Wildgewelf: Verloren Boeken

Eind vorig jaar schreven de leden van Wildgewelf schakelteksten aan de hand van het thema ‘Verloren boeken’. Het collectief verdeelde zich in twee groepen, waarin iedereen een tekst schreef met als enige referentie het thema en de tekst van degene voor hen in de schakel. Het resultaat zou in eerste instantie worden voorgedragen in WALTER books onder begeleiding van ambient muziek door Oppo Bala. Door de maatregelen rondom COVID-19 werd dit evenement afgelast. Zodoende brengt Wildgewelf de teksten naar jullie toe via een podcast. Er zijn twee delen om naar te luisteren. In deel 1 hoor je Frederike Luijten en Tessa van Rooijen. In deel 2 hoor je Lars Meijer, Odette van Heesbeen, Tim Bongaerts en Lotte Bijl.
De podcast is gemixt door en met muziek van het duo Oppo Bala (Atilla the Hvn en Brian Omen).

Lars Meijer

Het sneeuwt. Vanaf de keukentafel zie ik hoe mijn tuin langzaam zijn contouren en kleuren verliest. Ik wil mijn achterdeuren openslaan, maar ik krijg het slot niet ontgrendeld. Ik blaas op de sleutel, klem hem stevig tussen mijn handen, stop hem in mijn mond, maar het resultaat blijft uit. Ik ga aan de keukentafel zitten en zie hoe het gras zijn kleur afstaat. Ik zie de witte klapstoel, waar ik gisteravond nog inzat, verdwijnen. Ik zie de kruiwagen gereduceerd worden tot een toefje. De achtertuin is een roomtaartje geworden. Mijn wekker gaat nogmaals af.

Het was laat geworden. Ik had een fles wijn gekocht voor de gelegenheid. Volgens het weerbericht zou het de hele avond zonnig blijven. Het boek zat tussen mijn benen geklemd. En, alsof ik nooit dronk, moest ik hoesten tijdens de eerste slok. Een paar rode druppels verschenen tussen de regels. Ik was naar binnengelopen om de vlekken te deppen, maar ze waren al door het papier opgenomen. Ik had het boek naast me neergelegd en een vriend gebeld. Hij was onderweg naar zijn moeder. Zij had hem deze dichtbundel aangeraden. Ik neem een slok van mijn koffie. Waar heb ik het neergelegd?

Ik loop terug de slaapkamer in. Met een ruk trek ik het laken van het bed af, alsof iemand zich eronder heeft verstopt. Ik til mijn kussens op, kijk zelfs in de hoezen, maar het boek laat zich niet vinden. Terug in de keuken hoor ik mijn telefoon gaan. Het is dezelfde vriend van gisteren. Mijn ogen blijven hangen op de bijzettafel in de tuin. Ik neem op, vertel hem over de situatie en hij moet lachen. Je gaat me niet vertellen, zegt hij, dat het daar nog ligt. Er klinkt gerommel vanaf het dak. Ik kijk omhoog, alsof ik vanuit de keuken kan zien wat er daarboven gebeurt. Een hoop sneeuw glijdt voor de achterdeuren en bedekt mijn zicht.

Lotte Bijl
Vijf sterren – een readymade

Voor liefhebbers van verhalen over de dood is deze bundel een musthave.
Het heeft spanning en emoties, is kunstig en inspiratievol.
Dit is geen loopje door het park, maar een avontuur waar doden vallen.
Wat een betoverende serie.

We komen geen enkel personage tegen dat geen tragische jeugd heeft gehad.
Dat klinkt als heel veel boosheid.
Het boek heeft namelijk 700 bladzijden terwijl het in een stuk minder geschreven had kunnen worden, maar verveelt gelukkig geen moment.
Het opent echt je ogen.

Het verhaal komt even langzaam op gang maar neemt dan rond bladzijde vijftig een lekkere vaart aan die ervoor zorgt dat je snel doorleest.
Een van de sterke punten van het boek is dat je er volledig ingezogen wordt en dat je het boek het liefst in één ruk wilt uitlezen.
Dit alles zorgt er ook voor dat het boek vlot leest.

Wat is dan het grote conflict in het verhaal?
Gemene koningin, vraagteken.
Samen met een poes hoort ze iets wat ze niet had mogen horen.
De krabbelman was nog maar het begin en de vrede moet altijd bewaard worden in de herberg.
Ze zal toch niet de enige zijn in de stad?

Bepaalde puzzelstukjes vallen nu op hun plek, waardoor het verhaal op gepaste wijze wordt afgerond.
De eindstrijd is waanzinnig en geeft juist de boodschap dat als een vrouw altijd nee zegt dit juist omgevormd kan worden tot een ja.
Een einde waardoor je niet kunt wachten om je tanden in deel 2 te zetten.

Tim Bongaerts
dode auto’s

welkom bij de dode-autodealer
waar het om meer gaat dan een paar kilo staal en rubber
maar om de onschatbare waarde van geschiedenis

cars of the stars, nietwaar?

kijk eens naar die GMC Suburban
stijgt gegarandeerd in prijs
iedere sterfdag

dit notoire exemplaar is van u voor anderhalf miljoen
en dan zetten we de kapotgeschoten deuren
er gratis terug in

of anders deze BMW van Tupac
voorzien van het originele zwarte leder
waar hij destijds overheen gebloed had
dat is er uit gestoomd
alsnog een buitengewoon verhaal
ook de kogelgaten zijn hersteld
we hebben slechts een kleine markering
een hint in de lak
achtergelaten

hier hebben we een vervloekte Little Bastard
een Amerikaanse mythe op vier wielen
naast een beroemde crash
ook nog een handjevol niemanden
mee uit de bocht gevlogen

dus rij voorzichtig – maar de levens die u redt zullen niet van u zijn

wij weten niet of de sterren nog aan hun auto’s denken
maar ik durf te wedden dat ze blij zullen zijn om te horen
dat alles wat ze aanraakten veranderd is in geld

Odette van Heesbeen

Dit is voor een man van 33 met een netwaarde van ruim 24 miljoen. Dit is voor wereldberoemde hottie Zac Efron, die mij in een voice-over vertelt dat IJsland in tweeën wordt gesplitst. Twee continentale platen en op geen van beide krijgt hij het voor elkaar in te zien dat zijn reis met een Boeing ongedaan maakt wat hij zijn kijkers aanpraat over klimaatverandering. Een klimaatcrisis mag het niet heten op Netflix. Zou ook niet kunnen met de tegenstrijdigheid van een stuk hertenbiefstuk, een gebrek aan vragen over hoe ze het toch doen, zo schoon en duurzaam leven, maar hij mag chocolade maken en dat is entertainment.

Hij zit in een hotspring met zwavelgeur terwijl roze of blauwe rook over zijn huis in de Hollywood Hills trekt. Dat is entertainment. Boskap in de tropen komt door de vleesindustrie, door de bankbiljetten die worden geprint om inheems land af te kopen, door het boek wat ik schreef juist omdat dit me zo dwars zit.

Kijk nou naar hem, de heartthrob, zonder shirt, in dat ijskoude vikingbad en hij zegt niets meer over CO2 uitstoot of het langzaam uitsterven van alle levensvormen op aarde. Kijk nou hoe prachtig zijn blauwe ogen kleuren bij het heldere water. Het is een jongen.

Dit is voor jou, Zac: geniet van je huis in Byron Bay, lek een nude op het internet ter ere van James Cook, ga door met Killing Zac Efron en ervaar je off-the-grid, extreme omstandigheden zoals mensen zonder aristocratische excessen. Zie dan vanuit je toekomstige strandhuis verkoolde wallaby’s, het stijgend waterpeil en probeer er met charme en Baywatch-abs uit te komen.

Frederike Luijten

iemand noemt mij – domestic
een woord dat ik link aan een hoop narigheid tot het aan me vastgroeit
ik mezelf vastklamp aan een birth chart waarop staat dat ik ‘graag zorg dat mensen zich thuis voelen’ de chart klopt niet – ik ben vol ram – en toch maak ik thuizen
dit is wat ik niet voor jullie schreef:
hoe de vloer kraakt als je eroverheen loopt, hoe de regen ‘s ochtends uit de tuin opstijgt, hoe de schuurdeur uit elkaar viel en hoe de angst dat de veranda dat ook gaat doen langzaam wegebt
de koe die echt iets te dik is en de herten die bovenop een berg wegschieten, over zinnia’s die aan moeders doen denken,  het geluid van een rivier op de achtergrond– 
focus daarop (als dat niet lukt op de kippen)
ik schreef niet voor jullie
hoe een kind met haar mond open over straat rent wanneer de eerste sneeuw valt, hoe ze haar moeder roept en hoe die straat dan plots minder onbekend voelt
ik schreef niet voor jullie
hoe lang het duurt om van huis naar het badhuis te lopen, hoe laat je langs kan bij Hina, waar je je groenten kan halen, wie het bakje voor de eieren op dit moment heeft, hoe je dure zalm het beste snijdt–
vergeet niet om nieuwe messen te kopen
ik schreef niet voor jullie
ver weg: wind, rivier, vogels, regen
dan: de kippen, het kraken van de vloer, hoe water vanuit de gaten in het plafond kopjes in druppelt, de kat die zachtjes spint, een gesprek tussen twee mensen die elkaar al jaren kennen en te lang uit elkaar zijn geweest
dichtbij: je adem, dan de ademhaling van een ander, het gestreel van vingers over haren met een lengte waaraan je nog moet wennen
luister– ver weg, dichtbij

Tessa van Rooijen

Als boeken zoekraken dan komen ze terecht in de Bibliotheek voor Verloren Boeken. Stel je de bibliotheek voor als een dunne schim die over de werkelijkheid heen hangt. Zoals de onderwereld te bereiken is via de voortuin van de buurman, als je goed zoekt zul je onder de hortensia’s een luikje vinden. Zo is de bibliotheek alleen te bereiken via het randje van de levensdraad, vlak tussen het moment dat het je het gas openzet en dat je het bewustzijn verliest.

In plaats van door het luikje onder de hortensia’s te klimmen, vind je jezelf op de stoep van een imposante bibliotheek. Deze lijkt los te staan van de tijd. Het midden van het gebouw is precies gevangen op het moment dat het net nieuw was, ver voordat onze jaartelling begon. De simpele marmeren zuilen bij de ingang steken wit af tegen de gelige gotische gewelven die ernaast zijn gebouwd. De linkervleugel is voor eeuwig aan het afbranden, iedere paar minuten herhaalt zich het patroon van vlammen dat aan de waterspuwers likt.

De bibliotheek wordt gerund door schrijvers die zelfmoord pleegden voor ze hun meesterwerk konden schrijven. Zij categoriseren de boeken, en vullen zo de bibliotheek. Wat gezien wordt als boek is niet helemaal duidelijk afgesproken, naast het massief houten bureau van een schrijver uit 1800 ligt een stapel Libelles. Een jonge schrijfster die vaak werkt in de gebloemde armstoelen tussen de manga’s en Franse biografieën verzamelt alle stukken cadeaupapier die binnenkomen. En soms sluipt er een vermiste kat door het systeem heen. Katten die zoals de schrijvers nooit ouder worden, vast komen te zitten in het vagevuur dat de bibliotheek is.

De boeken – hieronder vallen niet de katten, tot de dag van vandaag weet niemand wat er gebeurt als een kat terug een tijdlijn ingestuurd worden – worden uitgezonden naar mensen die ze nodig hebben. Een meisje met liefdesverdriet die in een antiquariaat stuit op een vertaling van Sappho, een liefhebber van Tolkien die voor hun verjaardag een oude ingebonden versie krijgt toegestuurd van een familielid, iemand in de wachtkamer van een ziekenhuis die een Libelle vindt ter afleiding.